Koopzondagen in IJsselstein - Een zegen van onze tijd? (Raad 22 december)
Hij ligt weer voor; de verordening winkeltijden. Bij de aanpassing precies twee jaar geleden is het debat gegaan over de uitbreiding van 4 naar 12 koopzondagen. Deze keer gaat het niet zozeer om een verruiming, maar over een andere verdeling. Blijkbaar wordt er van uit gegaan dat de huidige status een voldongen feit is.
Sterker nog; als we niet meegaan ‘in de vaart der volkeren’ zouden onze lokale ondernemers de dupe worden, gaf de portefeuillehouder in het cluster aan. Wellicht zouden we zelfs voor de rechter gedaagd worden. Een extra dag open is goed voor de economie, en hierdoor kunnen mensen zaterdag naar de sportclub en zondag naar de winkel. De keuzevrijheid voor mensen an sich is bijna heilig. Zomaar een paar argumenten die vaak genoemd worden.
Voor ons als ChristenUnie is de huidige status quo niet zo logisch als het lijkt. Ik zal hier een aantal redenen voor noemen; principiele, wettelijke, economische, sociale en maatschappelijke.
Principiele bezwaren
Om te beginnen zijn er principele bezwaren. De zevende dag als rustdag van en voor God, zoals deze door God in de tien geboden ingesteld is (al was dat toen natuurlijk de sabat, onze zaterdag) en als rustdag voor de mens. De invulling van de zondagsrust die we in Nederland kennen is voor een deel cultureel bepaald. Toch hechten veel mensen hier nog steeds aan, ook mensen die niets met het christelijk geloof of een kerk hebben, zoals me afgelopen zaterdag nog in een bouwmarkt opviel.
Maar uiteraard zullen er ook mensen zijn die met dit principele argument niet zoveel hebben.
Wettelijke bezwaren
Artikel 3 van de winkeltijdenwet geeft duidelijk aan dat de gemeenteraad voor ten hoogste twaalf door hem aan te wijzen dagen per kalenderjaar vrijstelling kan verlenen. Geen plicht dus. De angst van de portefeuillehouder in het cluster dat we wellicht rechtzaken aan onze broek zouden krijgen is dus ook niet aan de orde. Het praktische argument dat lokale ondernemers de dupe zouden worden van openstelling in omliggende plaatsen vinden wij een slechte basis voor beleid, met name gezien de andere bezwaren waar ik hieronder nog op kom.
Economische bezwaren; Wat levert het nu eigenlijk op?
Even terugkijken; wat hebben de koopzondagen nu eigenlijk opgelevert? Duidelijk is; extra omzet voor de winkels die op zondag open zijn. Maar dan wel ten koste van de andere ondernemers. Wat ons betreft dus echt niet de rechtvaardigste oplossing. En die extra omzet kan ook alleen omdat die andere ondernemers gesloten zijn, want anders had het volgens ons niets extra’s opgelevert. Het adagium ‘een euro kun je maar een keer uitgeven’ spreekt voor zich.
Sterker nog, bij dit onderwerp wordt meestal gekeken naar de extra gerealiseerde omzet, maar de kosten die ervoor gemaakt moeten worden worden niet zo in de vitirine gezet. De netto opbrengst zal in de praktijk een stuk lager liggen. Wat ons betreft een gezocht argument.
Sociale bezwaren; medewerkers
Volgens de arbeidstijdenwet is werken op zondag vrijwillig. Ook CAO’s in de detailhandel geven dat klip en klaar aan. Geen enkel probleem dus voor medewerkers die niet op zondag willen werken. Onderzoek van de CNV Dienstenbond dit jaar toont aan dat de praktijk heel anders is; “medewerkers worden gedwongen te werken op zondag, weigeren leidt in bepaalde gevallen zelfs tot ontslag. Medewerkers durven geen “nee” te zeggen uit vrees dat hun tijdelijke contract niet verlengd wordt. Nieuwe medewerkers krijgen een contract waarin staat dat zij verplicht kunnen worden om op zondag te werken, volledig in strijd met de Arbeidstijdenwet. Weigeren om ook op zondag te werken trekt een zware wissel op collegialiteit en sfeer in de winkels, met name bij de kleine winkeliers. Medewerkers krijgen de in de CAO’s afgesproken toeslag niet.” Voor de duidelijkheid; dit was een algemeen onderzoek, niet toegespitst op de IJsselsteinse situatie, maar toont wel een zeer belangrijk belangenconflict aan.
Sociale bezwaren; lokale ondernemers
Onderzoeksbureau Deloitte heeft ook nog dit jaar onderzoek gedaan naar de gevolgen voor ondernemers; “Door de toename van koopzondagen gaan de grotere winkels de kleine zelfstandige winkeliers verder verdringen. Uit de jaarlijkse Bedrijfsvergelijking Levensmiddelendetailhandel blijkt dat dat kleine supermarkten hun winst in 2010 gehalveerd zien worden ten opzichte van het voorgaande jaar.” De reden laat zich raden; kleine ondernemers kunnen nu eenmaal niet zoveel open zijn als grote.
Dagblad De Pers 19 december 2011; Uit onderzoek van branchevereniging CBW-Mitex blijkt dat 90 procent van de kleinere winekliers niet méér koopzondagen wil.
Omgekeerd beschermt een beperking van de koopzondag zelfstandigen en werknemers tegen excessieve werkdruk en garandeert die personeelsleden één vaste dag waarop “de werkgever” geen beroep op hen kan doen.
Maatschappelijke bezwaren; gaat het alleen om de economie?
De economische wetenschap en sommige politieke partijen hanteren als uitgangspunt 'hoe meer keuze hoe beter'. Ook een ruimere zondagopening zou de consumentenwelvaart verhogen. In toenemende mate wordt dit betwijfeld. Vanuit de psychologie wordt bovendien steeds duidelijker dat deze premissie niet te handhaven is en wordt aandacht gevraagd voor andere aspecten. Soms is het ook van belang om andere argumenten dan alleen de economische principes of belangen van ondernemers te laten prevaleren. Juist in de discussie over de zondagopening is het nodig om aandacht te vragen voor sociale waarden als gemeenschapzin en de menselijke maat (het aantal mensen met psychische klachten als stress en burn-outs neemt nog elk jaar toe!). De gemeenschappelijke vrije zondag kan een rustpunt zijn en tegenwicht bieden aan de toenemende economisering van de samenleving. Een gezinsdag, waarop mensen tijd voor elkaar en hun omgeving kunnen nemen. Een andere, door ondernemers vrij te bepalen dag zal nooit deze functie hebben. Daarom moeten we ons inziens de zondag koesteren als collectief rustpunt en sociale ontmoetingsdag. Als een zegen van onze joods-christelijke traditie.
Om de daad bij het woord te voegen hebben we bij dit thema drie amendementen voorbereid;
- Een amendement schrappen van artikel 5 (wekelijkse zondagavondopenstelling) uit de verordening, om de verstoorde concurrentiepositie tussen de twee supermarkten die open mogen en de andere ondernemers ongedaan te maken.
- Amendement voor het schrappen van artikel 4 (12-jaarlijkse zondagopenstelling) van de verordening. We hebben bewust beperkte overwegingen opgenomen in het amendement (er zijn er zoals aangegeven veel meer te noemen) om ondersteuning door veel fracties mogelijk te maken
- Een amendement om het aantal koopzondagen terug te brengen naar 4 per jaar. Niet omdat dat onze voorkeur heeft, maar wel omdat dat gezien de feiten die door andere sprekers ook op tafel zijn gelegd wellicht op breed politiek draagvlak kan rekenen.
We geven u net als bij het vorige agendapunt rond autoluwe binnenstad een veelgekoesterde eigen keuze. We willen graag hoofdelijke stemming over deze amendementen en het voorstel.
Onze bijdrage in het tweede deel van het debat; De wethouder ging in op de drukte bij de supermarkten op zondag. Als 20% van de inwoners 'wel wat ziet in zondagopenstelling', en een deel daarvan gaat daadwerkelijk op zondag naar de twee supermarkten, zal het daar ongetwijfeld erg druk lijken... Die evidente behoefte waar de wethouder over spreekt bestaat dus maar bij een klein deel van de bevolking. Als het gaat om medewerkers; wij willen ook niet dat uw (VVD) principiele bezwaren (ongelimiteerde keuzevrijheid) aan anderen (medewerkers) worden opgelegd, wat praktisch wel gebeurt.
Ondanks hoofdelijke stemming en (verassende) ondersteuning van een aantal andere fracties van de amendementen heeft de raad (ook de CDA fractie!) tegen de moties gestemd. Met de huidige vorm van de verordening kunnen we, net als twee jaar geleden, niet instemmen en dus hebben we tegen gestemd.
Namens de fractie van de ChristenUnie,
Robert Pape
Fractievoorzitter ChristenUnie IJsselstein
robert@ijsselstein.christenunie.nl
- Labels
- Fractie