Algemene beschouwingen bij de kadernota 2024
Vanmiddag bespreken we de kadervoorstellen voor het komend jaar, 2024. Voordat ik namens de ChristenUnie inhoudelijk wil ingaan op enkele van die plannen, wil ik graag ingaan op het werk dat bestuurders en ambtenaren doen voor de huidige en toekomstige inwoners van IJsselstein en over de rol van de raadsleden, op dit moment bijeen als gemeenteraad van IJsselstein.
Ik sprak een tijdje geleden in het kader van mijn studie een bestuurder uit de regio. Hij zei in dat gesprek: “We zijn een klein land en we delen de macht met heel veel mensen. Dat betekent weinig macht voor een individuele bestuurder en individueel raadslid. Dat moet je accepteren.”
Laten we dus vanavond maar beginnen om in bescheidenheid te constateren dat wij allen, ieder op onze eigen plek een bescheiden bijdrage mogen leveren aan de bloei van de stad, aan het welzijn van de inwoners van IJsselstein. Maar dat al die bijdrages samen wel kunnen leiden tot iets moois.
Valt de bloei van onze stad te vergelijken met een mooi bloeiende, maar stekelige distel? Of is de stad meer te vergelijken met een veelkleurig en geurig veldboeket?
Laat ik steeds beginnen met het veldboeket. En af en toe iets disteligs ertussen door benoemen.
Het is goed om te zien dat onze ambtelijke organisatie het afgelopen jaar versterkt is en daarmee beter in staat is om beleid te maken en om samen met partners dat beleid ook uit te voeren. Het mantra dat we hier jarenlang in dit huis gehoord hebben was eenvoudig: bespaar zoveel mogelijk op je ambtelijke organisatie, hou het klein en compact, vraag altijd of het ook met minder kan, vertel daarbij dat belastingen niet te hoog mogen zijn.
Dit college heeft geluisterd naar de analyse van onze gemeentesecretaris en heeft de voorstellen om de organisatie op noodzakelijke onderdelen te versterken aan de raad voorgelegd. Een moedige en noodzakelijke stap die nodig is om ook in de toekomst als gemeente de dienstverlening te kunnen leveren die tegenwoordig nodig is.
We zien als fractie voor het komend jaar uit naar goed voorbereide voorstellen, tijdige informatie als er nieuwe ontwikkelingen zijn, raadsinformatiebrieven die ons informeren over veranderingen die op komst zijn, goed vormgegeven participatie met inwoners en indien nodig ook raadsleden. De ambtelijke organisatie is voor ons de kurk waarop het werk in de gemeente drijft. Zowel het college als de raad zijn in grote mate afhankelijk van hun kennis, expertise en inzet.
Als tweede wil ik graag iets zeggen over het college. Zij zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid dat door de raad is vastgesteld. Het is goed om te zien dat het college in de tweede helft van dit eerste jaar op stoom lijkt te komen. Er zijn veel onderwerpen met grote maatschappelijke impact die om aandacht vragen. De coronacrisis lag nog maar net achter ons, of de oorlog in Oekraïne bleek het startpunt te zijn voor een nieuwe crisis met een stroom aan vluchtelingen als gevolg en ook grote prijsstijgingen in de afgelopen anderhalf jaar. En ook de adaptatie aan een veranderend klimaat vraagt onze aandacht.
Ondanks de dreiging van een financieel tekort vanaf 2026 en ondanks de grote schaal van deze crises, vragen dit soort crises om beleid waarbij mensen centraal blijven staan. Wat hebben de Oekraïense vluchtelingen nodig, nu het perspectief op een langer verblijf in Nederland steeds reëler wordt? Of de andere groepen die een verblijfsvergunning hebben gekregen? Wat hebben inwoners nodig die na 1,5 jaar van prijsstijgingen dit jaar tijdens hun vakantie thuis moeten blijven en steeds vaker moeite hebben om hun rekeningen op tijd te betalen? Hoe helpen we mensen hun woning te verduurzamen?
We moeten voorkomen dat ons beleid slechts werkt voor 80% van de inwoners, zodat er nog steeds 20% niet goed bediend wordt.
Als laatste wil ik graag de raad benoemen. Raadsleden zijn vaak slechts parttime voor de stad bezig, naast hun andere bezigheden. Wat mij als raadslid is opgevallen het afgelopen jaar is dat we eigenlijk vaak zo weinig weten over een bepaald onderwerp. En er zijn nogal wat onderwerpen die over de tafel gaan. Daarbij is er veel informatie, papierwerk. Alleen vanavond al staat er weer voor ruim 800 bladzijden leesplezier geagendeerd. En dan zijn er ook nog verschillende gezichtspunten om naar de vraagstukken te kijken.
Wat hebben we als raad nodig om ons werk goed te doen?
Ik denk dat het helpt als we ons bewust zijn van onze bescheiden rol in het hele proces. Ik denk dat het ook helpt dat we goed luisteren naar de inbreng van bewoners en belangenorganisaties. Daarom ben ik ook blij met de vele insprekers in de afgelopen periode en ik hoop dat zij ook in het komend jaar een bijdrage blijven leveren met hun gezichtspunten. Dat vraagt wel om bereidheid om echt te luisteren. Het eigen gezichtspunt even te verlaten en het gezichtspunt van de ander in te nemen. Ik ben blij met de eerste resultaten vanuit de ontwikkelagenda. Dankzij het advies dat onze griffier ga bij de start van deze raadsperiode en de goede begeleiding, is er voortgang en zijn de eerste resultaten zichtbaar, zoals de agendacommissie en een groot aantal goede debatten in de verschillende commissievergaderingen.
Wat hebben we nog meer nodig voor ons werk als raadslid?
Je zou kunnen zeggen dat je voor al het werk in onze gemeente IJsselstein ook iets als ‘liefde voor de stad’ nodig is, of beter ‘liefde voor de mensen in de stad’. En liefde is geduldig. Liefde is niet op zichzelf gericht, maar zoekt de ander. Ze laat zich niet boos maken. De liefde is niet blij met onrecht.
Genoeg over ambtenaren, college en raad en griffie.
Er liggen vanavond een aantal concrete voorstellen op tafel. En alle voorstellen die door het college in de beoordeling op groen zijn gezet worden zodra we een positief besluit nemen opgenomen in de programmabegroting 2024. Over een paar van de voorstellen, de bloemen die wij graag in het IJsselsteinse boekt willen toevoegen het volgende;
Met betrekking tot ons voorstel om het gebruik van bestaande woningen te optimaliseren, o.a. door kamerverhuur en door het splitsen van woningen beter te faciliteren, heeft wethouder Tas aangegeven dat er nieuw beleid moet komen o.a. voor ‘kamergewijze verhuur en splitsing’. De capaciteit is beschikbaar, nu de prioriteit nog. Hoe kunnen we zorgen dat deze prioriteit er komt, zodat IJsselstein niet weer negatief in het nieuws hoeft te komen als bewoners vanuit eigen beweging mee willen werken aan het oplossen van de woningnood?
Met betrekking tot ons voorstel ‘Verduurzamen woningvoorraad energielabel > D’ heeft wethouder Tas toegezegd op korte termijn met een RIB te komen waarin alle afspraken met Cazas rondom de planning van de verduurzaming van de woningvoorraad worden beschreven. We wachten op dit moment deze RIB af en accepteren hiermee dat dit voorstel niet in de begroting wordt meegenomen.
Met betrekking tot het voorstel ‘Borgen continuïteit Museum IJsselstein’ vragen wij ons af waarom dit via een kadernota voorstel besloten moet worden. In onze ogen had het museum gewoon via de subsidie verordening haar aanvraag moeten indienen. We begrijpen uit het verhaal van wethouder Foekema dat het museum een helder signaal meekrijgt om de komende jaren een groter aandeel eigen opbrengsten te realiseren. We kunnen ons vinden in deze argumentatie, maar de route blijft wat bijzonder.
Tenslotte, ons gezamenlijk met de PvdA ingediende voorstel ‘Onderzoek één loket-gedachte’. Er is veel aan de hand in ons land op het gebied van armoedebeleid. Ondanks de goede maatregelen van dit kabinet door het verhogen van uitkeringen en minimumloon met 10% en ondanks het prijsplafond voor energie en de energietoeslag van 1.300 euro, blijft het aandeel mensen in armoede stijgen. Dit vraagt uiteraard om beleid op landelijk niveau, maar het bepaalt ons er ook bij dat regelingen die we al beschikbaar hebben goed bereikbaar moeten zijn voor inwoners, ook als mensen moeite hebben met lezen, het gebruik van digitale informatie of een beperkt begrip van de Nederlandse taal hebben.
Als ChristenUnie hopen we met deze voorstellen een aantal distels uit het boeket te vervangen door schitterende bloemen waarmee we onze stad weer een stukje mooier maken.