« Terug

Nieuw coalitieakkoord

dinsdag 18 januari 2005 23:52

Nieuw coalitieakkoord

1.               de gemeenteraadsfractie van het Christen Democratisch Appèl IJsselstein,
vertegenwoordigd door de heer mr. M.A.J. Versteeg
hierna te noemen: “CDA”;

2.               de gemeenteraadsfractie van de Partij van de Arbeid,
vertegenwoordigd door mevrouw M.C. Overkamp-van den Berg
hierna te noemen: “PvdA”;

3.               de gemeenteraadsfractie van Groen Links,
vertegenwoordigd door de heer N.A.G. van Schie
hierna te noemen: “GL”;

4.               de gemeenteraadsfractie van de ChristenUnie,
vertegenwoordigd door mevrouw C.A. Pape-van Genderen
hierna te noemen: “CU”;

hierna gezamenlijk ook te noemen: “de Fracties”,


OVERWEGENDE DAT:

-                 IJsselstein sinds 7 oktober 2004, door het ontslag van de wethouders, niet meer beschikt over een college van Burgemeester en Wethouders, hierna te noemen: “B&W”;

-                 de Fracties de politieke verantwoordelijkheid op zich hebben genomen om te komen tot de vorming van een nieuw B&W voor de resterende raadsperiode tot maart 2006;

-                 voor de vorming van een B&W inhoudelijke politieke overeenstemming tussen de Fracties is vereist;

-                 deze inhoudelijke politieke overeenstemming tussen de Fracties is vastgelegd in het onderhavige coalitieakkoord, hierna te noemen: “het Coalitieakkoord” en mede is gebaseerd op het bestaande beleid tot en met 31 december 2005 zoals dit op 11 november 2004 op basis van de Programbegroting 2005 is vastgesteld;


KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:

1.               BESTUURSCULTUUR

1.1.          De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Zij benoemt wethouders die deel gaan uitmaken van het college van B&W. Het college van B&W is belast met de uitvoering van het door de gemeenteraad vastgestelde beleid binnen de door de gemeenteraad gestelde kaders.
De gemeenteraad controleert of het college het beleid binnen de door haar vastgestelde kaders op een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende wijze heeft uitgevoerd.

1.2.          Op basis van bovenstaande uitgangspunten informeert het college de gemeenteraad zowel actief als passief. Deze informatie dient juist, tijdig en volledig te zijn. Het feit dat informatie een vertrouwelijke karakter heeft dient het college niet te weerhouden deze aan de gemeenteraad
-desnoods onder geheimhouding- te verstrekken. Het college mengt zich niet in verzoeken om ambtelijke ondersteuning. Het college bejegent ieder raadslid met respect voor diens positie als gekozen volksvertegenwoordiger en zijn daaraan verbonden kaderstellende en controlerende verantwoordelijkheden. 

1.3.          Voorkomen dient te worden dat de behandeling van een raadsvoorstel beperkt blijft tot een vraag- en antwoordspel tussen raad en college Op basis van de ter beschikking staande informatie dienen gemeenteraadsleden met elkaar en met het college het politieke debat aan te gaan. Dit kan worden bevorderd doordat raadsvoorstellen zelfdragend zijn en door aanpassing van spelregels en werkvormen (de reglementen van orde van de raadscommissies en van de gemeenteraad).
Politiek is keuzes maken. Hiertoe dient de gemeenteraad over alle alternatieven helder en transparant worden geïnformeerd.

1.4.          Het gemeentebestuur dient transparant en met een open oog en oor richting de IJsselsteinse burger toe te handelen en te communiceren. Hierbij dient leidend te zijn dat de gemeente er is ten dienste van de burger. Brieven van burgers worden direct beantwoord met een ontvangstbevestiging met een termijn voor verdere behandeling. Burgerparticipatie dient verder gestalte te krijgen. De kwaliteit van berichtgeving van de gemeente via het Zenderstreeknieuws zal worden verbeterd.

1.5.          Cruciaal voor een goed functionerend gemeentebestuur is een goed functionerend ambtenarenapparaat. Hiervoor is een stimulerend en veilig werkklimaat een belangrijke voorwaarde. De verbeterpunten voor het werkklimaat dienen jaarlijks te worden geïnventariseerd door middel van een door een extern bureau uit te voeren “medewerker tevredenheid onderzoek”.

2.               BELASTINGEN EN LASTENDRUK

2.1.          Uitgangspunt is dat de tarieven van de onroerende zaaksbelasting met niet meer zullen stijgen dan met het over het komende begrotingsjaar te verwachten inflatiecijfer (consumentenprijsindex) zoals door het Centraal Planbureau geprognosticeerd in de macro economische verkenningen van september.   

2.2.          Extra financiële ruimte, al dan niet ten behoeve van nieuw beleid of het intensiveren van reeds bestaand beleid, zal in beginsel moeten worden gecreëerd door het schrappen of wijzigen van bestaand (oud) beleid.

3.               MIDDELEN, RAPPORTAGES EN BEGROTING 2006

3.1.          De programbegroting 2006 is een belangrijk instrument voor de gemeenteraad om heldere beleidskeuzes te kunnen maken. Hiertoe dienen de huidige programma´s verder te worden uitgesplitst zoals beschreven in de uitgangspunten voor de begroting 2005.

3.2.          Ten behoeve van een effectieve bijsturing dient de voorjaarsrapportage zo snel mogelijk na beëindiging van het eerste kwartaal aan de raad te worden aangeboden.

4.               MILIEU

4.1.          Het milieubeleid zal verder worden verbreed tot duurzaamheid, beheer en leefbaarheid en dient vanzelfsprekend te zijn ingebed in alle gemeentelijke beleidsterreinen.

4.2.          Zwerfvuil zal worden tegengegaan door preventieve en repressieve maatregelen.

4.3.          De gemeente spant zich in om burgers bewust te maken van de mogelijkheid om goederen voor hergebruik aan te bieden aan de kringloopwinkel.

4.4.          Onkruidbestrijding dient plaats te vinden met milieuvriendelijke middelen.

5.               VERKEER

5.1.          Er dient op korte termijn een integrale visie te worden ontwikkeld met betrekking tot de afwikkeling van de verkeersstromen in geheel IJsselstein. Deze helderheid is niet aalleen vereist om duidelijkheid te krijgen over de effecten van de planvorming inzake de binnenstad, met name met betrekking tot het autoluw maken van de binnenstad en de oplossing van de daarmee samenhangende parkeerproblematiek, maar ook voor de infrastructuur en leefomgeving  van heel IJsselstein. Hiertoe zal een gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP) worden ontwikkeld alsmede onder meer een verkeerscirculatieplan (VCP) en een parkeernota voor geheel IJsselstein.

5.2.          Een belangrijk speerpunt bij het formuleren van het VCP/GVVP is het verbeteren van de ontsluiting van IJsselstein in de ochtend- en avondspits.

5.3.          In de programbegroting 2005 zijn geen financiële middelen gereserveerd voor verdere realisering van duurzaam veilige wegen. In de programbegroting van 2006 zal worden gezocht naar additionele middelen om het project in 2006, eventueel in gewijzigde vorm, te kunnen continueren.  

6.               SOCIALE ZAKEN

6.1.          Juist in de huidige economische teruggang is het belangrijk om als gemeente een schild te bieden voor de meest zwakken in onze samenleving. Voorkomen dient echter te worden dat deze solidariteit van binnen uit wordt aangetast door diegenen die ten onrechte van dat schild gebruik maken.
Bij de uitvoering van de wet werk en bijstand zal dan ook een streng maar rechtvaardig beleid worden gevoerd.
Naast het stimuleren van uitstroom naar vast werk door middel van reïntegratietrajecten zullen bijstandsgerechtigden via “Work first” de gelegenheid krijgen om geheel dan wel gedeeltelijk in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Niet alleen de gemeente als één van de grootste werkgevers van IJsselstein, maar ook de PAUW bedrijven en uitzendbureau’s  kunnen daarbij een rol vervullen.

6.2.          Mede vanwege de implementatie van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning zal worden onderzocht of de formatie van de afdeling Maatschappelijke zaken uitbreiding behoeft.

6.3.          De financiële positie van de minima dient binnen de wettelijke mogelijkheden optimaal te worden versterkt. Hierbij zal met name de implementatie van de U-pas worden onderzocht.

7.               WELZIJN
De gemeente heeft een bijzondere verantwoordelijkheid om specifieke groepen bij de samenleving te betrekken. Daarom dient de gemeente daarbij uitdrukkelijk de regievoering ter hand te nemen. Er zal derhalve een herijking plaatsvinden van de relatie met die instellingen die gemeentelijke subsidie ontvangen ter uitvoering van gemeentelijk beleid. Hierbij zal worden onderzocht in welke mate de subsidierelatie kan worden vervangen door een relatie waarbij de gemeente bepaalde diensten inkoopt van de betreffende instelling.

8.               WIJKGERICHT WERKEN
Doelstelling is om vooral vanuit de gemeentelijke organisatie meer wijkgericht te gaan werken. Een start zal worden gemaakt met integraal wijkbeheer, waarbij de gemeentelijke activiteiten op met name het gebied van de openbare ruimte gebundeld zal worden op wijkniveau. Daarnaast zal worden ingezet op de aanstelling van wijkwethouders.

9.               VEILIGHEID EN WETSHANDHAVING

9.1.          Een ieder moet zich veilig voelen in IJsselstein, met name in zijn eigen leefomgeving. Overlast en vandalisme in geheel IJsselstein zullen met kracht worden bestreden. Zero tolerance is daarbij het uitgangspunt. De drie politiesurveillanten in dienst van de gemeente IJsselstein zullen uitsluitend voor deze taak worden ingezet.
Het toezicht zal worden versterkt. Hierbij kan worden gedacht aan de aanstelling en inzet van stadstoezichthouders en vrijwillige politieambtenaren (reservepolitie).
Ook -mobiel- cameratoezicht zal een belangrijke rol kunnen vervullen, niet alleen in de binnenstad, maar ook op de routes van en naar de binnenstad en op plekken waar regelmatig sprake is van overlast, vandalisme en onveiligheid.

9.2.          Alle bedrijven dienen te handelen binnen de voorwaarden en bepalingen van de aan hun verstrekte vergunningen. De gemeente zal direct handhavend dienen op te treden tegen overtredingen van de vergunningsvoorschriften.

10.            IJSSELVELD OOST
De revitalisering van IJsselveld Oost verdient de bijzondere aandacht van de gemeente. Hierbij dient te worden gedacht aan het versterken van de leefbaarheid door herinrichting van de openbare ruimte, gedifferentieerde woningbouw en het via controle en repressie bestrijden van vervuiling, vandalisme, overlast en onveiligheid.
In nauwe samenwerking met de IJsselsteinse Woningbouwvereniging (IJWBV) zal de gemeente de regiefunctie ter hand nemen bij de ontwikkeling en implementatie van een masterplan.

11.            BINNENSTAD

11.1.       De ontwikkeling van de binnenstad wordt gecontinueerd. Hierbij zal de eerste prioriteit worden gelegd bij het stimuleren van het parkeren buiten de grachten en het verder autoluw maken van de binnenstad. Een versnelde afsluiting van de Benschopperpoort wordt als reële optie overwogen. De plannen voor de herinrichting van de Schuttersgracht zullen nader worden bestudeerd.

11.2.       De overlast -door bezoekers- van de horeca dient voortvarend te worden aangepakt. De tussen de gemeente en de horeca gemaakte en nog te maken afspraken dienen derhalve strikt te worden nageleefd. In deze afspraken wordt opgenomen dat de horeca te allen tijde dient te handelen binnen de voorwaarden en bepalingen van de aan hen verstrekte vergunningen.

11.3.       De zogenaamde zwarte lijst als bedoeld in artikel 2.3.1.3. van de APV, waarbij de burgemeester personen de toegang tot horecagelegenheden kan ontzeggen, zal worden toegepast.

11.4.       De gemeente zal, waar mogelijk, meedenken met initiatieven vanuit de horeca om horecagelegenheden uit de binnenstad te verplaatsen.

12.            COLLEGEVORMING

12.1.       B&W zal, naast de burgemeester, bestaan uit 1 fulltime wethouder en 3 parttime (70%) wethouders.

12.2.       Één fulltime wethouderskandidaat zal worden voorgedragen door het CDA, één part time wethouderskandidaat zal worden voorgedragen door de PvdA, één parttime wethouderskandidaat zal worden voorgedragen door GL en één parttime wethouderskandidaat zal worden voorgedragen door de CU.

12.3.       Een wethouderskandidaat dient het vertrouwen van de Fracties te hebben. Van het vertrouwen van de Fracties is sprake indien de meerderheid van het aantal raadszetels waarmee de Fracties in de gemeenteraad zijn vertegenwoordigd het vertrouwen in de wethouderskandidaat uitspreekt.

12.4.       Indien een wethouderskandidaat niet het vertrouwen van de Fracties heeft, zal de fractie die de wethouderskandidaat heeft voorgedragen zo spoedig mogelijk een nieuwe wethouderskandidaat voordragen.

12.5.       Indien een wethouderskandidaat het vertrouwen van de Fracties heeft, verbinden de Fracties zich om het raadsvoorstel om de wethouderskandidaat als wethouder te benoemen, te ondersteunen.

12.6.       Indien:

a.        een wethouderskandidaat niet het vertrouwen heeft van de Fracties, of

b.        de gemeenteraad van IJsselstein het vertrouwen in één of méér wethouders opzegt, dan wel  één of méér wethouders ontslaat;

blijft het Coalitieakkoord in beginsel ongewijzigd van kracht.

13.            PORTEFEUILLEVERDELING

13.1.       De wethouder die is voorgedragen door het CDA zal verantwoordelijk zijn voor de volgende beleidsvelden:

a.        Programma Welzijn, met uitzondering van de activiteit Brede School

b.        Programma Sport

c.        Programma Kunst en Cultuur

d.        Middelen/Financiën

13.2.       De wethouder die is voorgedragen door de PvdA zal verantwoordelijk zijn voor de volgende beleidsvelden:

a.        Programma Ruimtelijke ordening en Volkshuisvesting

b.        Programma Mobiliteit

c.        Activiteit Vergunningen Bouwen in Programma Woon- en Leefomgeving

d.        Activiteit Vergunningen Monumenten in Programma Woon- en Leefomgeving

13.3.       De wethouder die is voorgedragen door GL zal verantwoordelijk zijn voor de volgende beleidsvelden:

a.        Programma Milieu

b.        Programma Woon- en leefomgeving, met uitzondering van de activiteiten Vergunningen Bouwen en 
  Vergunningen Monumenten

c.        Activiteit Wijkgericht werken in Programma Bestuur en Organisatie

13.4.       De wethouder die is voorgedragen door de CU zal verantwoordelijk zijn voor de volgende beleidsvelden:

a.        Programma Werk en inkomen

b.        Programma Onderwjs

c.        Activiteit Brede school in Programma Welzijn

d.        Activiteit Personeelsbeleid in Programma Bestuur en Organisatie

13.5.       De burgemeester zal verantwoordelijk zijn voor de volgende beleidsvelden:

a.        Programma Dualisering en bestuurlijke vernieuwing

b.        Programma Bestuur en organisatie

c.        Programma Openbare orde en veiligheid

d.        Programma Economische zaken


IJsselstein, @ december 2004

 

CDA IJsselstein                          Partij van de Arbeid Groen Links                                                  ChristenUnie

 


________________                  ________________                               ________________               ________________

M.A.J. Versteeg                         M.C. Overkamp-van den Berg               N.A.G. van Schie                    C.A. Pape-van Genderen

« Terug