Stilte voor de storm (Raad 11 november)
Bijdrage ChristenUnie bij de begroting 2011
“Stilte voor de storm”
Geachte voorzitter, college, collega’s en mensen op de tribune,
Vorig jaar hadden onze algemene beschouwingen de titel “(Politiek) Vacuum, of stilte voor de storm?”. Met een vraagteken. Nu kan dat vraagteken weg; het is de stilte voor de storm. Net als het weerbericht is het echter lastig voorspellen hoe de storm zal verlopen. Welke windkracht wordt het precies? We kunnen ons er wel op voorbereiden. We kunnen het schip de “IJsselstein” zeilklaar maken om een veilige haven te zoeken.
Ik zal met u stilstaan bij de basis, bij project keuzes maken, en bij de richtingen van de ChristenUnie.
De basis
Het lopende jaar (waarover we in de najaarsrapportage geinformeerd zijn) vormt de basis voor de plannen van komend jaar. De najaarsrapportage op zich laat, behalve de hogere lasten in verband met (pensioenen van) voormalige voormalige wethouders, weinig schokkende zaken zien. Beleidsmatig in elk geval niet.
Uit een ledenbrief van de VNG als reactie op het nieuwe kabinet blijkt dat er in elk geval tot 2015 niet significant minder geld naar de gemeenten gaat, maar de gemeenten krijgen wel meer taken zoals in het kader van bijvoorbeeld de WMO, jeugdzorg en regelingen met betrekking tot werk en inkomen (bijvoorbeeld uitkeringen en schuldhulpverlening). Hiervan zal slechts een deel gecompenseerd worden. Het door het college gehanteerde uitgangspunt ‘Bezuinigingen van het rijk niet compenseren’, zal de komende jaren onder druk blijven staan en zal politieke keuzes vragen.
De waarschuwingen, ook voor de periode na het huidige begrotingswindow zijn duidelijk. Er is werk aan de winkel. De ChristenUnie vind het daarom goed, dat er in een enkel geval ook al een vooraankondiging in de begroting staat voor de periode na 2014, zoals bijvoorbeeld dat vanaf 2015 de lasten van het Integraal Huisvestings Plan ‘zwaar op de begroting gaan drukken’. Dit hebben we vorig jaar al aangegeven!
De begroting
Maar eerst de begroting, de uitrusting die we op korte termijn nodig hebben. Goed is het om te zien dat de begroting beleidsinhoudelijk steeds leesbaarder wordt. De verdere ontwikkeling van de doelenbomen draagt daar zeker aan bij. We hebben er begrip voor dat dit tijd en aandacht vraagt van de ambtelijke organisatie, maar als we niet concreet kunnen beschrijven wat we willen bereiken, hoe weten we dan welke koers we willen varen en wat we daarvoor moeten doen?
De financiele nadelen in de begroting worden met name veroorzaakt door zaken die niet met politiek beleid van de gemeente te maken hebben. Dekking wordt gevonden door alle lucht die in de begroting zat (de buffers) in te zetten.
Toch is dat niet genoeg; in 2014 loopt het tekort op tot 1.2 Miljoen euro. Er blijft een sluitpost over, die we de volgende cyclus in moeten vullen.
Vragen
Wel hebben we nog een aantal (politieke) vragen, waar we van het college graag nog een antwoord op willen hebben;
- Tijdens het cluster ruimte van 26 augustus dit jaar werd een voorwaarschuwing gegeven dat de opbrengsten van de parkeerexploitatie te hoog waren ingeschat. De winstverwachting is al voor een miljoen bijgesteld, en staat op dit moment op 0. In december zouden we hier een update van krijgen, maar in het afgelopen cluster heeft de wethouder voorgesteld dit door te schuiven naar janari 2011, maar meldde wel dat de exploitatie ‘fors is bijgesteld’. Aangezien hier niets van in de begroting zit (behalve een postje lagere lasten, maar wel een extra incidentele dotatie voor onderhoud van bijna 4 ton!); kunnen we hier volgende maand nog verassingen verwachten? Wordt dit meegenomen in project keuzes maken?
- Op verschillende terreinen (natuur en recreatie, archief, recreatieschappen, bibliotheek, veiligheid, werk en inkomen en nu mogelijk zelfs belastingen) werken we samen met gemeenten in het groene hart (bijvoorbeeld Lopik en Montfoort). Hiernaast is in het voorjaar gedeputeerde Haak bij alle colleges langs geweest met het idee van een bestuurlijke conferentie om mogelijke vormen van samenwerking tussen gemeenten (in ons geval bijvoorbeeld met Lopik en Montfoort) te onderzoeken. Wat zijn de plannen van het college om dit op te pakken?
- Al jaren vraagt de ChristenUnie om meer inzet op het gebied van ICT, ook in de dienstverlening (in 2015 moet IJsselstein als ‘eerste overheid’ ‘het portaal voor de overheid’ zijn). In woorden wordt dit sterk benadrukt. Hoe kan het dat het college toch maar inzet op maar 4 extra diensten (6 ‘formulieren’ die digitaal beschikbaar zijn in de komende 4 jaar?
- Bij het hanteren van een inkomensafhankelijke bijdrage bij diverse (welzijns-) voorzieningen wordt vaak genoemd dat dit administratief veel tijd en geld kost. Is dit al eens daadwerkelijk onderzocht?
- Het Aware-systeem, waarmee met een druk op de knop de politie gealarmeerd kan worden bij dreiging van (huiselijk) geweld, is een uitkomst voor vrouwen die ernstig worden bedreigd door hun (ex-)partner. Het vorige kabinet (minister Hirsch Ballin) heeft enige tijd geleden besloten dat het Aware-systeem landelijk moet worden ingevoerd. Wat is de stand van zaken hiervan in IJsselstein?
Sluitpost Keuzes maken
Hoe groot de storm precies wordt, weten we niet. Het tekort loopt nu op tot 1,2 miljoen, de verwachting is dat er 3 tot 5 miljoen aan bezuinigingen nodig is.
We zijn ons al aan het voorbereiden, onder andere met project Keuzes Maken. We hijsen de zeilen.
Proces Keuzes Maken
Communicatie aan boord is daarbij essentieel. Het doel moet duidelijk zijn. De neuzen moeten dezelfde kant op staan. Juist hierom hebben wij onze vragen bij het proces van project ‘Keuzes Maken’.
De ‘keuzes’ die besproken werden tijdens de inspreekavonden met het maatschappelijk veld bleken dusdanig vaag dat er door de aanwezigen niet gereageerd kon worden op de vraag wat de impact van een bepaalde keuze zou zijn. Bijvoorbeeld “Subsidies voor welzijn doelmatiger maken..” kan het college zelf aangeven wat daar de impact van zou kunnen zijn? Op vragen van aanwezigen werd vaak verwezen naar het collegeprogramma (wat op dat moment niet paraat was) en waar nota bene letterlijk in staat ‘concrete keuzes maken we in project keuzes maken’. Onze algemen indruk van de avonden was meer ‘De bezuinigingen per programma staan vast, maar de invulling is beinvloedbaar. Waar zien jullie kansen om te bezuinigen?’.
Sowieso bleek er veel onduidelijkheid te zijn bij de maatschappelijke partners, zowel bij subsidieontvangers als bij adviesraden. Kan het college aangeven wat eigenlijk de rol was van de adviesraden? Zijn zij nog apart gehoord? Of gewoon als deelnemer op de avonden uitgenodigd? Dat laatste zouden wij een kwalijke zaak vinden, want hoe series worden zij dan genomen?
In het algemeen was het goed geweest om de organisaties van te voren een stuk huiswerk te geven. En daar waren concrete keuzes, waar concreet op gereageerd kon worden, voor nodig geweest.
Het is goed dat er nu een brief uit is naar een groot deeI van het IJsselsteinse middenveld met daarin de mogelijkheden waar ingesproken kan worden, en waar dat juist niet (meer) kan.
Maar ondanks alle brieven die hierover gestuurd zijn, is het voor ons echt nog niet duidelijk waar we het nu in december over gaan hebben. Worden het echte voorstellen, met echte financiele gevolgen en duidelijke maatschappelijke effecten, of blijft het bij de ‘richtingaanwijzers’? Ik wijs hierin ook op de financiele verkenning die gedaan zou worden (brief 6 november 2009). Hierin zou uitgebreid uitgebreid worden ingegaan ‘op de prestaties, de bijdragen daarvan aan de programmadoelen, de baten en lasten en een opsplitsing in wettelijke en ‘autonome’ delen’. Later zou deze financiele verkenning meegenomen worden in project ‘keuzes maken’, maar wat we tot nu toe hebben staat hier nog erg ver van af. Het meest concrete wat we hebben gehoord zijn taakstellingen die wellicht zelfs komend jaar pas ingevuld gaan worden. Kan het college duidelijk aangeven wat we nu wel en niet kunnen verwachten?
De veilige haven kan recht vooruit lijken te liggen, de korste weg erheen een rak (een rechte lijn). Natuurlijk is het altijd goed om te kijken naar andere ideeen, maar wat ons betreft moeten de gevolgen van de voorstellen glashelder zijn. We moeten het water goed kennen en de boeien, de waarschuwingen uit het maatschappelijk middenveld, goed herkennen om te voorkomen dat we voortijdig aan de grond lopen. Dat was, zoals wij altijd begrepen hadden, ook juist de bedoeling van die avonden geweest...
Richtingen van de ChristenUnie
Wat is òns doel? Waar wijst het compas heen? Wij laten ons daarbij onder andere leiden door een tekst uit Romeinen 15; ‘Wij, de sterken, moeten de zwakken in hun kwetsbaarheid helpen en niet ons eigen belang dienen‘. Dit kunnen we op een aantal manieren vertalen.
Stuurmanskunst. Overstag gaan en gijpen zijn allebei manier om te sturen, maar tussen de manier waarop zit nogal een verschil. Als je overstag gaat, draai je met de boeg van het schip door de wind. Hierdoor gaat het grootzeil rustig naar de andere kant als je van koers wisselt. Gijpen daarintegen, met de wind in de rug, gaat er vaak een stuk ruwer aan toe. Met een ruk klapt het zeil naar de andere kant, waar niet zelden ongelukken mee gebeuren (een giek komt hard aan!).
Tussen 3 en 5 miljoen bezuinigen zit ook een groot verschil. Hoe hoog we moeten gaan, weten we gewoon nog niet. Aan de ene kant willen we niet zo ‘zuinig’ bezuinigen dat we over een half jaar deze zelfde discussie nog een keer moeten voeren. Aan de andere kant willen we ook niet achteraf de conclusie trekken dat we met te rigoreus bezuinigen een hoop ongelukken hebben veroorzaakt. Gaan we met z’n allen overstag om 3 miljoen te bezuinigen of met een klapgijp voor 5 miljoen, zonder de effecten en noodzaak daarvan te kennen?
Aan boord van de “IJsselstein” heeft Iedereen zijn verantwoordelijkheden. Het is duidelijk dat we in een tijd leven waar de mensen in de maatschappij zelf (weer) een stuk verantwoordelijkheid terug moeten nemen. Of, of met de taal van het college te spreken, de verantwoordelijkheden moeten ‘herijkt’ worden. En dat hoeft naar mening van de ChristenUnie zeker niet verkeerd te zijn.
Hoe stimuleren we mensen verantwoordelijkheid te nemen? Robert Putnam (Harvard) heeft hier in Italie onderzoek gedaan en kwam tot de conclusie dat sociale verbanden (betrokkenheid) en vertrouwen de cruciale factoren te zijn om een samenleving, en zelfs de democratie zelf, goed te laten functioneren.
In onze tijd worden persoonlijke belangen vaak boven die van anderen gesteld en is het belang van sociale verbanden een stuk afgenomen. Daarmee zjin relaties zakelijk en juridischer geworden en zijn relaties minder gebaseerd op vertrouwen. Dat was overigens alleen mogelijk door de toenemende welvaart, waardoor we eraan gewend zijn geraakt dat de overheid veel taken op zich neemt. Het is nu de taak van de overheid om die sociale verbanden weer te gaan te stimuleren en te faciliteren in plaats van over te nemen, in alle onderdelen van het beleid. Dat is de basisvoorwaarde om te kunnen herijken.
Veel (beleids-)keuzes liggen hiervoor in Den Haag. Maar concreet voor ons betekent dit bijvoorbeeld dat we nadrukkelijk niet gaan bezuinigen, maar zelfs willen investeren op ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Investeren in sociale buurten, waar mensen elkaar kennen en vertrouwen. Ook subsidiebeleid moet primair gericht zijn op die sociale verbanden. Dit om te voorkomen dat mensen echt aan lager wal raken en niet meer uit die positie kunnen komen.
Maar dit betekent ook; wat minder mooie plannen vanuit de gemeente, mensen die het openbaar groen in hun directe omgeving zelf onderhouden (veel mensen nemen hier gelukkig al initiatief in!), richting het bedrijfsleven de dienstverlening beperken tot faciliteren (over het algemeen zijn bedrijven niet ‘zwak’!), meer inkomensafhankelijke eigen bijdragen en de vervuiler betaald. Vertrouwen in plaats van controle (we geven 1M Euro uit aan handhaven!). Verwachten we van de overheid een risicovrije maatschappij? Staat dat niet op gespannen voet met de keuzesvrijheid die we ook allemaal nastreven?
Gezinnen. Nog een stukje uit de najaarsnota; ‘Na onderzoek van de Tweede Kamer ‘Toekomstverkenning jeugdzorg’ is geconcludeerd dat de nadruk moet komen te liggen op het voorkomen van problemen en op laagdrempelige hulpverlening in de buurt.’
Daar zijn wij als ChristenUnie het van harte mee eens. Maar met het wegvallen van de minister voor Jeugd en gezin en een regeerakkoord waar met geen woord gesproken wordt over gezinnen (behalve in het kader van gezinshereniging) krijgen we als gemeente nog meer de verantwoordelijkheid om hier toch integraal beleid op te voeren. Decentralisatie van de jeugdzorg is een grote verantwoordelijkheid, maar geeft wel de mogelijkheid om vroegtijdig, zo licht mogelijk in te grijpen. Dus echt preventief. Laten we proberen hier als IJsselstein een voortrekkersrol in te nemen. Sterke, stabiele gezinnen zijn in staat verantwoordelijkheid te nemen.
Drenkelingen. We moeten oppassen dat we met onze boeggolf niet een drenkeling die overboord is geslagen verdrinken. Een paar citaten uit de najaarsnota hierover; ‘Meer gezinnen kampen met weinig financiele reserve met problemen (schulden, scheidingen), die een negatieve invloed hebben op het schoolbezoek van de leerplichtige kinderen’ en ‘Aanvragen om psychosociale hulpverlening bij het algemeen maatschappelijk werk kunnen stijgen’.
Hier moeten we op voorbereid zijn. Dit zijn de ‘zwakken in hun kwetsbaarheid’ waarbij wij niet ons eigen belang moeten dienen. Maar hier mag waar mogelijk best een tegenprestatie verwacht worden. Een echte drenkeling zal dit geen probleem vinden. We kunnen bijvoorbeeld een leerwerkberdrijf starten waarin mensen met een uitkering huishoudelijke hulp in het kader van de WMO kunnen uitvoeren of aantoonbare bijdrage als vrijwilligers via de vrijwilligerscentrale. Maar ook hier geldt; we moeten bijzonder goed letten op de omgeving waarin de mensen zich bevinden. In een recent onderzoek onder kerken zijn er heel veel gezinnen die in armoede leven en een financieel beroep doen op de kerk. Dit blijft vaak buiten het zicht van de gemeente.
Ballast is onmisbaar voor een stabiel zeilschip. Hoe lastig ook, in project keuzes maken moeten we ook proberen een deel van de buffers weer te vullen. Zodat we niet teveel van de koers afvallen wij een windstoot, of bij elke golf moeten bijsturen.
Net als het bij zeilen voor kan komen dat een zeil begint te killen (klapperen), kunnen we nooit voorkomen dat de keuzes die we zullen moeten maken iets los zullen maken in de stad. Laten we daarom investeren in vertrouwen. Vertrouwen tussen mensen, onderling vertrouwen in het stadsbestuur, en vertrouwen tussen die twee. Zodat we elkaar recht in de ogen kijken als we lastige keuzes moeten maken en uitgaan van elkaars goede bedoelingen.
Wij van de ChristenUnie zijn niet van het type ‘de beste stuurlui staan aan wal’, dus we zullen onze uiterste best doen om ook in project keuzes maken constructief mee te denken. We hopen dat zowel de kapitein (de raad) als de stuurman (het college) elkaar de mogelijkheid geven hun taak goed uit te oefenen. Dat vraagt vertrouwen, en een positieve instelling. En daar is ook de bemanning (de ambtenaren en het maatschappelijk middenveld) onmisbaar bij.
Wij wensen alle partijen dan ook veel wijsheid en Gods zegen toe in het komende jaar en de komende jaren. Voor een behouden aankomst.
Uitgesproken op 11 november 2010 door Robert Pape, Fractievoorzitter ChristenUnie IJsselstein