Met elkaar, of langs elkaar? - wijkgericht werken anno 2012 (Raad 20 december)
Op de agenda staat een onderzoek naar wijkgericht werken dat de rekenkamer heeft uitgevoerd.
Het ging er om hoe de afgelopen 2 jaar, sinds een belangrijke beleidswijziging heeft plaats gevonden, is uitgevoerd. Ingegeven door een evaluatie van de afgelopen 10 jaar wijkgericht werken en een bezuinigingsopgave moest het wijkgericht werken steviger in de wijk zelf terecht komen. Sindsdien is begonnen dat handen en voeten te geven, waar de rekenkamer onderzoek naar heeft gedaan. En daar kwamen een aantal stevige conclusies uit.
In de discussie is door een aantal partijen (VVD, CDA) met name de nadruk gelegd over dat dit onderzoek wellicht te vroeg kwam, aangezien er door het college aan een evaluatie wordt gewerkt. Die evaluatie wordt echter volgens ons nog dit jaar afgerond, en begin volgend jaar aangeboden. En een rekenkameronderzoek en evaluatie van de gemeente zelf kijken toch echt naar andere kanten van het wijkgericht werken. Wij denken dat deze twee onderzoeken juist goed samenvallen.
Een van de conclusies van de rekenkamer was dat de doelen van het wijkgericht werken niet duidelijk en meetbaar waren. Dat klopt, maar wij denken dat het bepalen van concrete doelen voor wijkgericht werken ook wel erg lastig zijn; WGW is een middel, geen doel op zich. Voor een deel is het overlegstructuur, die natuurlijk weer bijdraagt aan andere gemeentelijke doelen. Wat we wel kunnen doen, is aangeven aan welke gemeentelijke doelen WGW bijdraagt. Het door het college genoemde tijdpad om terug te komen voor de zomer zien wij als een toezegging. We raden het college aan dit mee te nemen bij de evaluatie.
Daarnaast gaf de rekenkamer aan dat het sinds de beleidswijziging niet meer voor iedereen duidelijk is wat de rollen en verantwoordelijkheden zijn. Hoe zien we wijkgericht werken met zijn allen eigenlijk? Wat ons betreft is wijkgericht werken; inwoners moeten zich gehoord voelen en een platform hebben om samen met de gemeente zaken in hun wijk aan te pakken.
De wat ons belangrijkste vraag die tijdens de behandeling in het cluster en de raad naar voren kwam is of we als gemeente wellicht iets te rigoreurs een stap terug hebben gedaan? De gemeente zit niet meer standaard bij wijkoverleggen, maar alleen nog maar op uitnodigingen. Veel van het uitvoerende overleg is neergelegd bij Pulse. Ondanks dat dat deel van het nieuwe beleid was, concluderen wij nu dat dat de gemeente en verschillende overlegstructuren in de wijk van elkaar vervreemd heeft.
Een bekende uitspraak zegt dat de belangrijkste deugd van een vorst/bestuur is het kennen van de 'zijnen', in ons geval de inwoners van de stad.
Wij denken niet dat uitvoering van wijkgericht werken helemaal op afstand te zetten is, juist niet in een situatie waarin we als gemeente niet meer zelf uitvoeren en dus automatisch minder directe 'feeling' hebben met een wijk. Op concrete projecten kan betrokkenheid via de participatieladder een geschikt middel zijn. Maar naast projecten en tot stand brengen van beleid hebben we ook de dagelijkse gang van zaken. Sluit weer aan bij overleggen van bijvoorbeeld de wijkteams. Dat is niet zomaar uit te besteden. En past binnen een van de omslagen binnen WGW om het in te bedden in de organisatie. Geen afdeling, maar een mentaliteit.
We vertrouwen erop dat het college de aanbevelingen ter harte heeft genomen (en wellicht alsnog neemt) in de evaluatie die we begin volgend jaar zullen bespreken. Als laatste willen we onze dank uitspreken aan alle mensen in de stad die zich inzetten voor en binnen het wijkgericht werken.
Namens de fractie van de ChristenUnie,
Robert Pape
robert@ijsselstein.christenunie.nl