Minder peuterspeelzaalwerk (Raad 26 mei)
In dit voorstel werd grofweg voorgesteld te stoppen met het subsidieren van peuterspeelzaalwerk in IJsselstein, met uitzondering van een tweetal groepen in IJsselveld Oost.
Hierover hebben we een tweetal van onze bedenkingen nog nadrukkelijk onder de aandacht gebracht; de financien en de inhoud.
Financieel lijken er geen drempels te zijn voor mensen om ‘over te stappen’ van de peuterspeelzaal naar reguliere opvang. Het lijkt zelfs mogelijk om tegen vergelijkbare kosten commercieel peuterspeelzaal werk op te zetten, wat op een aantal plekken in de stad al gebeurd. Dit vanwege het belastingvoordeel dat ‘gebruikers’ hierop krijgen. Dit belastingvoordeel is echter niet voor iedereen weggelegd, maar alleen voor alleenstaande ouders en tweeverdieners. Bovendien hebben wij het wel of niet voortbestaan van dit belastingvoordeel niet zelf in de hand, maar ligt dat in Den Haag. Het is verre van ondenkbaar dat hier niets in zal veranderen. In het geval dat dit verminderd of zelfs wordt afgeschaft (waar wij juist vanwege de eigen verantwoordelijkheid van ouders op zich geen tegenstander van zijn), zal een deel van de kinderen hier waarschijnlijk geen gebruik meer van kunnen maken. Hoe groot die groep is, is ook op dit moment nog niet duidelijk.
De motivaties om deel te nemen aan reguliere opvang zijn nadrukkelijk anders dan die van peuterspeelzaalwerk. Bij peuterspeelzaalwerk gaat het om de ontwikkeling van het kind, terwijl het bij opvang primair gaat om het gemak van de ouders. Het duidelijkst komt dit naar voren in de praktische bijdragen van ouders die wordt gevraagt; ook zij moeten meedraaien in het peuterspeelzaalwerk. Hierdoor worden de ouders (de omgeving van het kind) veel meer betrokken bij het ontwikkelingsvraagstuk. Reguliere opvang, maar ook VVE kunnen ondanks de ruimere indicatiecriteria die zijn afgesproken dit deel van de ontwikkelingsondersteuning niet vervangen.
Wij zijn het er helemaal mee eens dat het de eigen verantwoordelijkheid is van ouders om voor kinderen tot 4 jaar die een normale ontwikkeling doormaken een omgeving te creeeren waarin het kind zich optimaal kan ontwikkelen. Voor hen is het peuterspeelzaalwerk ook niet opgezet. Maar voor ons zijn de effecten op de groep kinderen die nu wel een stuk ondersteuning (kunnen) gaan missen nog niet duidelijk. We hopen dat de tijd zal leren dat dit effect minimaal is.
Juist omdat het van te voren lastig bleek de verwachtte effecten inzichtelijk te krijgen is het volgens ons een beetje vreemd dat een partij als het CJG niet direct betrokken lijkt te zijn geweest bij het opstellen van deze notitie. We willen de wethouder dan ook oproepen om de partners die vroegtijdig kunnen signaleren, zoals het CJG, continue betrokken te houden om de duidelijkheid te krijgen over de effecten, zowel financieel als inhoudelijk. De motie van GroenLinks om hier nog eens op terug te komen maakt dat nog wat concreter, en hebben we dus ondersteund.
Ondanks die lastig te bepalen effecten, heeft uiteindelijk ook Pulse zich achter dit voorstel kunnen scharen. Ook de ChristenUnie heeft ingestemd met dit voorstel, en ook de motie van het CDA konden wij ondersteunen (om de doelgroep niet alleen te beperken tot IJsselveld Oost); de doelgroep is immers niet uitsluitend plaatsgebonden.